Theodor Schwann

Theodor Schwann (7 december 1810, Neuss - 11 januari 1882, Keulen) was een Duitse bioloog uit de 19e eeuw, die bekend is geworden door de celtheorie, die hij samen met Matthias Jacob Schleiden (1804-1881) in 1839 presenteerde.

Schwann volgde school in het progymnasium van Neuss en het gymnasium van Keulen (tot 1829). Hij studeerde medicijnen in Bonn, Würzburg en in Berlijn, waar hij afstudeerde. In het begin gaf Schwann lessen in Berlijn, en vanaf 1839 was hij hoogleraar in de anatomie te Leuven. Dit was hij ook van 1848 tot 1882 in Luik. Schwann werd bekend door zijn theorie van de cel. Hij was, met Schleiden, de eerste die stelde dat al het plantaardig en dierlijk leven zich afspeelt in cellen, die tot op zekere hoogte een eigen leven leiden, naast hun functie in het organisme. Hij introduceerde de begrippen cytoblastema en metabolisme. Cytoblastema wordt tegenwoordig protoplasma genoemd. Ook deelde hij weefsels, op grond van de verschillende soorten cellen, in 5 fundamentele soorten in. Hiermee is hij de grondlegger van de moderne weefselleer. Tevens ontdekte hij onder meer het enzym pepsine in maagsap, en de naar hem genoemde cellen die de mergscheden vormen. Niet alles wat hij bedacht werd door zijn Duitse collega's goed ontvangen. Toen Schwann in 1836 aantoonde dat gist een rol speelt bij fermentatie, werd hij door andere Duitse hoogleraren zo scherp bekritiseerd dat hij gedwongen was in ballingschap te gaan naar België.

In 1845 kreeg hij de Copley Medal. In 1868, tijdens zijn hoogleraarschap in Luik, kozen de leden van de vooraanstaande en exclusieve Orde Pour le Mérite Theodor Schwann als medelid. Door Wikipedia aangeleverd
Toon 1 - 2 resultaten van 2 Voor zoekopdracht 'Schwann, Theodor', zoektijd: 0,03s Verfijn jouw resultaten
  1. 1
    door Schwann, Theodor
    Gepubliceerd in 2006
    Plaatsingsnummer: NA 0F */Ost -176
    Boek
  2. 2
    Plaatsingsnummer: NA 0F */Ost -275
    Inhaltsverzeichnis
    Boek